Translation of "Celular" in Dutch

0.034 sec.

Examples of using "Celular" in a sentence and their dutch translations:

¿Tenés celular?

- Hebt ge een gsm?
- Heb je een mobieltje?
- Hebt u een mobieltje?
- Heb je een mobiele telefoon?

¿Tienes celular?

Heb je een mobiele telefoon?

- ¿Tienes un móvil?
- ¿Tiene móvil?
- ¿Tenés celular?
- ¿Tienes móvil?
- ¿Tienes celular?
- ¿Tienes teléfono celular?

- Heb je een mobieltje?
- Hebt u een mobieltje?
- Heb je een mobiele telefoon?

No tengo celular.

- Ik heb geen mobiele telefoon.
- Ik heb geen mobieltje.
- Ik heb geen gsm.

Mi celular estaba apagado.

Mijn mobiele telefoon stond uit.

Necesito cargar mi celular.

- Ik moet mijn mobieltje opladen.
- Ik moet mijn gsm opladen.

Su celular está cortado.

Zijn mobiele telefoon staat uit.

Tom no tiene celular.

- Tom heeft geen mobieltje.
- Tom heeft geen gsm.

¿Dónde está el celular?

Waar is de gsm?

- ¿Me das tu número celular?
- ¿Puedes darme tu número de celular?

- Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
- Kun je mij je mobiele nummer geven?

Siempre está perdiendo su celular.

- Hij verliest altijd zijn gsm.
- Hij speelt constant zijn gsm kwijt.

- ¿Tienes un móvil?
- ¿Tenés celular?

- Heb je een mobieltje?
- Heb je een gsm?

Claro: Celular para viejos, con baño.

Telefoons met toiletten voor oude mannen.

¿Puedes darme tu número de celular?

- Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
- Kun je mij je mobiele nummer geven?

A veces a través de su celular.

soms zelfs via mobiele telefoon.

Mañana me voy a comprar un celular.

- Ik ben van plan morgen een mobieltje te kopen.
- Ik ben van plan morgen een gsm te kopen.

El iPhone es un teléfono celular extraordinario.

De iPhone is een buitengewone mobiele telefoon.

No hables por celular cuando estés manejando.

Telefoneer niet met je mobieltje tijdens het rijden.

- ¿Me das tu número celular?
- ¿Puede darme su número de móvil?
- ¿Puedes darme tu número de celular?

- Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
- Kun je mij je mobiele nummer geven?

Estoy esperando que le pongan baño al celular.

Ik kijk uit naar een telefoon met een toilet erop. Hoe bizar.

- Necesito cargar mi celular.
- Necesito cargar mi móvil.

- Ik moet mijn mobieltje opladen.
- Ik moet mijn gsm opladen.

Así, tener acceso completo al celular de una persona

Daarom is een volledige toegang tot iemands telefoon

Usan el celular mientras conducen y exceden la velocidad

te snel rijden en sms-en in de auto,

La batería de mi teléfono celular ya no funciona bien.

De batterij van mijn telefoon werkt niet meer.

- Me han robado el móvil.
- Me han afanado el celular.

- Mijn mobiele telefoon was gestolen.
- Mijn mobieltje was gestolen.

Incluso, hay potencial en las carnes creadas en laboratorio o cultivo celular.

En ook in lab geteeld of cel-gebaseerd vlees wordt mogelijk.

- Tengo que cargar el móvil.
- Necesito cargar mi celular.
- Necesito cargar mi móvil.

- Ik moet mijn mobieltje opladen.
- Ik moet mijn gsm opladen.
- Ik moet mijn telefoon opladen.

- ¿De quién es ese celular?
- ¿De quién es este móvil?
- ¿De quién es este teléfono móvil?

- Van wie is dit mobieltje?
- Van wie is deze gsm?

- ¿Podrías enseñarme el número de tu celular, por favor?
- ¿Me das tu número de teléfono, por favor?

Kun je me je telefoonnummer geven?

- ¿Cómo puedes tener un ordenador portátil y no un móvil?
- ¿Cómo podés tener una computadora portátil y no un celular?

Hoe kunt u een laptop hebben, maar geen mobieltje?

- ¿Me das tu número celular?
- ¿Me das tu número de teléfono?
- ¿Puedo tener tu número de teléfono?
- ¿Me da su número de teléfono?

- Mag ik je telefoonnummer?
- Kan ik je telefoonnummer krijgen?
- Mag ik je nummer?