Examples of using "Bananas" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil bananen kopen.
En dan denken wij: hm, bananen.
Deze bananen zijn niet rijp.
Bananen zijn heerlijk.
Ik heb liever bananen dan appels.
Katten eten geen bananen.
Hoe ontzettend veel bananen consumeren wij dagelijks in de Verenigde Staten?
Bananen zijn heerlijk.
Katten eten geen bananen.