Examples of using "Atraen" in a sentence and their dutch translations:
Magneten trekken ijzer aan.
Tegenpolen trekken elkaar aan.
Bloemen trekken bijen aan.
Hun vacht heeft gleuven die vocht aantrekken
en ze trekken ook een scala aan ongewervelden aan.
Deze jachtmogelijkheden trekken ook andere jaguars aan.
Tijdelijke bosvijvers trekken kikkers aan die dol zijn op water.
Zwaartekracht is de natuurkracht waardoor voorwerpen elkaar aantrekken.
- Zwaartekracht is de natuurkracht waardoor voorwerpen elkaar aantrekken.
- Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.