Examples of using "ресторане" in a sentence and their dutch translations:
Ze zijn in het restaurant.
We dineerden in een restaurant.
Ze aten in een restaurant.
Het restaurant is leeg.
Ik ben in het restaurant.
Ik zag Tom in het restaurant.
Ik ben in dit restaurant.
Ze aten op restaurant.
- Ik werkte in een restaurant.
- Ik heb in een restaurant gewerkt.
Eet ge dikwijls op restaurant?
Ik wil in een restaurant dineren.
Het restaurant is leeg.
Ze werkt in een visrestaurant.
Hebt ge goed gegeten in het restaurant?
Het restaurant was niet vol.
Hij is de hoofdkok van het restaurant.
Roken is verboden in dit restaurant.
Tom werkt in een Italiaans restaurant.
De sfeer in dit restaurant bevalt mij.
In dit restaurant eet je spaghetti met stokjes.
Het eten in dit restaurant is erg duur.
Dat restaurant serveert uitstekend eten.
De sfeer in dit restaurant bevalt mij.
Dit restaurant zit altijd vol.
Het restaurant was leeg.
Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.
Iedereen zegt dat het eten in dit restaurant erg goed is.
Dit restaurant accepteert alleen contant geld.
Het restaurant was bijna leeg.
Iedereen zegt dat het eten in dit restaurant erg goed is.
Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.
Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
Ben je gisteren naar het restaurant geweest?
Tom moet voorzichtig zijn met wat hij eet in restaurants, omdat hij allergisch is voor veel voedsel.