1. Home
  2. Translation in context
  3. Russian-Dutch
  4. ошиблась

Translation of "ошиблась" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "ошиблась" in a sentence and their dutch translations:

Я ошиблась?

Heb ik het mis?

Она ошиблась номером.

Ze draaide het verkeerde nummer.

- Я ошибся.
- Я ошиблась.

Ik had ongelijk.

- Возможно, я ошибся.
- Возможно, я ошиблась.

- Misschien heb ik mij vergist.
- Misschien heb ik een fout gemaakt.

я всё думала, а не ошиблась ли я?

kreeg ik het gevoel dat ik een fout gemaakt had

- Возможно, я ошибся.
- Возможно, я ошиблась.
- Возможно, я был неправ.

Misschien heb ik mij vergist.

- Кажется, я ошибся.
- Кажется, я ошиблась.
- Кажется, я допустил ошибку.
- Кажется, я допустила ошибку.

- Ik denk dat ik een fout heb gemaakt.
- Ik denk dat ik een foutje heb gemaakt.