Examples of using "одета" in a sentence and their dutch translations:
Mary is schaars gekleed.
De verpleegster is in het wit gekleed.
Ze is gekleed als een bruid.
Zij was helemaal in het zwart gekleed.
Jane was gekleed als een man.
Ze is altijd in het zwart gekleed.
Ze had zich gekleed als een actrice.
- Het kind draagt een witte jurk.
- Het kind heeft een wit jurkje aan.
Ze was in het rood gekleed.
Ze droeg een blauwe mantel.
Waarom ben je aangekleed?
Ze draagt rood.
Ze was gekleed in een rood bloesje en een zwarte rok.
Ze droeg zwart.
Ze was wit gekleed
- Zijn vriendin droeg een rood zomerkleed.
- Zijn vriendin droeg een rode zomerjurk.
Waarom zijn jullie aangekleed?
Ze droeg een rood kleed.
Waarom ben je niet aangekleed?
Ze was in het wit gekleed tijdens het feest.
- Waarom draag je geen kleren?
- Waarom heb je geen kleren aan?