Examples of using "младший" in a sentence and their dutch translations:
- John is mijn jongere broer.
- John is mijn broertje.
- Hij is mijn jongste broer.
- Hij is mijn jongere broer.
Hij is de jongere broer van Taro.
John is mijn broertje.
Tom is de jongste zoon van Mary.
Mijn broertje vroeg om geld.
Mijn jonge broer kijkt tv.
Mijn jongere broer is groter dan ik.
Hij is mijn jongste broer.
Tom is mijn jongste broer.
Tom is de jongste van vijf broers.
Van al mijn kinderen is Ernest de jongste.
Mijn volledige naam is Ricardo Vernaut Junior.
Tom is de jongste van tien kinderen.
Tom is de jongste van de drie jongens.
Van de vader kreeg ik een boek, en van de broer een pen.
Toms jongere broer houdt van Maria's oudere zus.
en 'Junior Helper' voor wie anderen helpt.
Maria heeft twee broers, de oudste is dom en de jongste slim.
Mijn broertje woont in Boston.
Mijn broer is nu in Australië.