Examples of using "ливень" in a sentence and their dutch translations:
Het zal gaan stortregenen.
Het begon al snel zeer hard te regenen.
Gisteren heeft het veel geregend.
- Het regent dat het giet.
- Het hoost.
- De regen valt met bakken naar beneden.
- Het regent keihard.
- Het is hard aan het regenen.
- Het regent enorm.