Examples of using "катался" in a sentence and their dutch translations:
Tom heeft geskied.
Ik heb nog nooit geskied.
Tom heeft nog nooit geskied.
- Tom heeft de hele dag geskied.
- Tom skiede de hele dag.
Toen hij jong was kon hij goed skiën.
Ik skiede.
De volgende dag berijdt de zoon van de boer een van de wilde paarden
- Heb je gisteren geskied?
- Heeft u gisteren geskied?
- Hebben jullie gisteren geskied?