Examples of using "вилка" in a sentence and their dutch translations:
De vork is vies.
De vork is klein.
Dit is een vork.
Deze vork is vies.
Hier is een vork.
Een vork viel van de tafel.
Ik heb een schone vork nodig.
Ik heb een mes en een vork.
Ik heb een lepel, vork en mes nodig. Bedankt.
Laat ons even herhalen: beker, bord, mes, vork, lepel, theelepeltje.