Examples of using "Путешествовали" in a sentence and their dutch translations:
- We reisden samen.
- We zijn samen op reis gegaan.
- We hebben samen gereisd.
- Ze reisden samen.
- Ze zijn samen op reis gegaan.
- Ze hebben samen gereisd.
We reisden te voet.
Tom en Mary hebben veel gereisd.
- Heeft u al eens met een vliegtuig gereisd?
- Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?
Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?
Ze reisden met mij doorheen Europa.
Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?