Examples of using "Начинается" in a sentence and their dutch translations:
Het begint te regenen.
Het begint.
Wanneer begint het?
Opvoeding begint thuis.
Laat het avontuur beginnen.
De film begint.
Het begint te regenen.
- De show begint.
- De voorstelling begint.
Het begint te regenen.
De dageraad komt eraan.
- Wanneer begint de voorstelling?
- Hoe laat begint de voorstelling?
Jouw toekomst begint vandaag.
Het werk begint hier.
De school begint in de lente.
Hoe laat begint het?
Wanneer begint het spel?
Daar gaan we weer.
Het feest is nog maar net begonnen.
Wanneer begint de zomer?
Het begint weer te regenen.
Het leven begint bij veertig.
Zijn naam begint met een klinker.
Dit avontuur is nog maar net begonnen.
Dan begint het juist.
Het laatste deel van de nacht begint.
Ze is weg.
De ochtenddienst begon met een lofzang.
De les begint om tien uur.
Maandag begint op zaterdag.
Het leven begint bij veertig.
Hoe laat begint het instappen?
De film begint over dertig minuten.
De opera begint om zeven uur.
Vandaag begint de rest van je leven.
Laat het avontuur beginnen. Kom op, je kunt het.
Het begint simpelweg bij het aanvinken van een vakje.
Een scheur is genoeg voor een begin.
Jullie avontuur begint zo ongeveer nu.
En nu wordt het interessant.
De film begint om tien uur.
Het regenseizoen begint in juni.
“Vanaf wanneer is het ontbijt?” “Vanaf half acht”.
De film begint om zes uur.
Gezondheid begint bij een goede nachtrust.
De film begint over dertig minuten.
Zijn naam begint met een klinker.
Hoe laat is het concert?
- Vanaf hoe laat begint de aanmelding?
- Vanaf hoe laat kunnen we inchecken?
De eenentwintigste eeuw begint in 2001.
Wanneer begint de wedstrijd?
Wat begonnen is, zal ook eindigen.
Wanneer begint de film?
Het evenement begint om 18 uur.
Het wordt nacht.
Symptomen komen vaak terug en je bent terug bij af.
Het leven begint wanneer je klaar bent om het te leven.
In Japan begint het nieuwe schooljaar in april.
Het leven begint, wanneer je beslist wat je ervan verwacht.
Het regenseizoen begint ongeveer einde juni.
De nacht is nog jong.
De lente is voorbij en de zomer begint.
Ze begint om zeven uur met werken.
De toekomst bouwt verder op wat we op dit moment maken.
Haat komt niet zomaar uit het niets; normaal gezien begint het met afgunst of angst.
De zomer begint vroeg in mijn land.
Ik wil weten op welk tijdstip de vergadering begint.
- De volgende zondag begint de zomertijd.
- De volgende zondag begint het zomeruur.