Translation of "Fechou" in Dutch

- Ele fechou os olhos.
- Ela fechou os olhos.

Hij sloot de ogen.

A cortina fechou.

Het gordijn viel.

Tom fechou as cortinas.

Tom deed de gordijnen dicht.

Ele fechou os olhos.

Hij sloot de ogen.

Ela fechou os olhos.

Ze sloot haar ogen.

Ele fechou a porta.

Hij sloot de deur.

Tom fechou os olhos.

- Tom sloot zijn ogen.
- Tom deed zijn ogen dicht.

Tom fechou a porta da cozinha.

Tom deed de keukendeur dicht.

Ele fechou a porta com grande estrépito.

Hij sloeg de deur dreunend dicht.

- Você fechou a janela?
- Fechaste a janela?

- Heb je het raam dichtgedaan?
- Heeft u het raam dichtgedaan?
- Hebben jullie het raam dichtgedaan?

Tom fechou a porta atrás de nós.

Tom sloot de deur achter ons.

Tom fechou a loja e foi para casa.

Tom sloot de winkel en ging naar huis.

A polícia fechou a barraca de limonada de Tom.

De politie sloot Toms limonadekraam.

Ela fechou as cortinas e foi para a cama.

Ze trok de gordijnen dicht en ging naar bed.