Translation of "Casei" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Casei" in a sentence and their dutch translations:

- Casei-me há oito anos.
- Eu me casei há 8 anos.
- Me casei faz 8 anos.
- Eu me casei faz 8 anos.

Ik ben acht jaar geleden getrouwd.

- Casei com 19 anos.
- Eu casei quando tinha 19 anos.

Ik ben getrouwd toen ik 19 was.

Eu me casei ontem.

Ik ben gisteren getrouwd.

- Casei-me há oito anos.
- Eu me casei há 8 anos.

Ik ben acht jaar geleden getrouwd.

Casei-me com dezenove anos.

Ik ben getrouwd toen ik 19 was.

Me casei faz 8 anos.

Ik ben acht jaar geleden getrouwd.

Eu me casei com um canadense.

Ik trouwde met een Canadees.

Eu me casei com dezenove anos.

Ik ben getrouwd toen ik 19 was.