Examples of using "Betty" in a sentence and their dutch translations:
Betty heeft hem gedood.
Betty vermoordde haar.
Betty kan piano spelen.
Betty heeft iedereen vermoord.
Betty heeft hem gedood.
Betty rijdt snel.
Betty heeft hem gedood.
Betty heeft zijn moeder vermoord.
Betty kwam als laatste.
Betty vermoordde haar moeder.
Betty zei geen woord.
Is het uw zoon, Betty?
- Betty vermoordde haar moeder.
- Betty heeft haar moeder gedood.
Betty was de laatste die aankwam.
Betty is een seriemoordenares.
Betty zal voor de middag kunnen komen.