Examples of using "Wygrał" in a sentence and their dutch translations:
- Wie won er?
- Wie heeft gewonnen?
Tom won.
Hij won de race opnieuw.
Tom won de wedloop.
Tom heeft een gratis auto gewonnen.
won Harvard slechts vier keer.
Hij heeft het lot getart en is geslaagd.
Tom heeft een gratis reis naar Boston gewonnen.
Elk van de drie jongens hebben een prijs gewonnen.
leidde dat uiteindelijk tot de verkiezing van Donald Trump in 2016,
Als jullie de loterij zouden winnen, wat zouden jullie dan kopen voor dat geld?
Ken heeft tegen mij gewonnen met schaken.