Translation of "Warzywa" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Warzywa" in a sentence and their dutch translations:

Sprzedaje warzywa.

- Ze verkoopt groente.
- Ze verkoopt groentes.
- Ze verkoopt groenten.

Zjedz swoje warzywa.

- Eet je groenten op.
- Eet uw groenten op.

Ona je tylko warzywa.

Ze eet alleen groenten.

Kupują warzywa w supermarkecie.

Ze kopen groenten in de supermarkt.

Spakowaliśmy owoce i warzywa do torby.

We stopten het fruit en de groenten in zakken.

Warzywa ekologiczne są popularne, bo są bezpieczne i smaczne.

Biologische groenten zijn populair omdat ze zeker zijn en smaakvol.

Zamiast jeść warzywa, wkłada je do blendera i wypija.

In plaats van groenten te eten, doet hij ze in een blender en drinkt ze.

Ogórki, szpinak, brokuły i cebula są uważane za warzywa niskowęglowodanowe.

- Komkommers, spinazie, broccoli en uien worden beschouwd als zetmeelarme groenten.
- Komkommers, spinazie, broccoli en uien worden beschouwd als zetmeelarme groentes.
- Komkommers, spinazie, broccoli en uien worden beschouwd als zetmeelarme groente.