Translation of "Polecieć" in Dutch

0.017 sec.

Examples of using "Polecieć" in a sentence and their dutch translations:

Musiałem polecieć do Ameryki.

Ik moest naar Amerika gaan.

Chcecie polecieć helikopterem? W porządku!

Je wilt in de helikopter vliegen? Oké.

Jeśli chcesz polecieć samolotem i skoczyć, kliknij „w prawo”.

Als je in een vliegtuig wilt vliegen en skydiven, klik dan rechts.

Jeśli chcesz polecieć samolotem i skoczyć, stuknij „w prawo”.

Als je in een vliegtuig wilt vliegen en skydiven, tik dan rechts.

Jeśli chcesz polecieć helikopterem i użyć liny, kliknij  „w lewo”.

Als je in de helikopter wilt vliegen en abseilen, klik dan links.

Jeśli chcesz polecieć helikopterem i użyć liny, stuknij „w lewo”.

Als je in de helikopter wilt vliegen en abseilen, tik dan links.

Jeśli chcesz polecieć helikopterem i użyć liny, naciśnij „w lewo”, a potem „OK”.

Als je in de helikopter wilt vliegen en abseilen, druk dan links en oké.