Translation of "Piosenkę" in Dutch

Śpiewał piosenkę.

Hij zong een lied.

Proszę, zaśpiewaj piosenkę.

Zing alsjeblieft een liedje.

Przestała śpiewać piosenkę.

Ze stopte met het lied te zingen.

Znasz tą piosenkę?

- Ken je dit liedje?
- Kent u dit liedje?
- Kennen jullie dit liedje?

Zaśpiewajmy tę angielską piosenkę.

Laten we dat Engelse liedje zingen.

Słucham najnowszą piosenkę Björk.

Ik luister naar het nieuwste liedje van Björk.

Słyszałem, jak śpiewała piosenkę.

Ik heb haar een lied horen zingen.

Chcę abyś zaśpiewał piosenkę.

Ik wil dat je een liedje zingt.

Chcę, żebyś zaśpiewał piosenkę.

Ik wil dat je een liedje zingt.

Chcielibyśmy, żebyś zaśpiewał piosenkę.

We zouden het leuk vinden als je een liedje zong.

Zaśpiewaj ze mną piosenkę.

Zing een liedje met mij.

Zaśpiewajmy tą piosenkę po angielsku.

Laten we het lied in het Engels zingen.

Zaśpiewaj mi piosenkę o miłości.

Zing me een liefdeslied.

Simon & Garfunkel napisali o tym piosenkę.

Simon en Garfunkel hebben er een lied over geschreven.

Zawsze płaczę, kiedy słyszę tę piosenkę.

- Ik ween elke keer wanneer ik dat lied hoor.
- Ik huil iedere keer wanneer ik dat lied hoor.

Skoro są twoje urodziny, zaśpiewamy ci piosenkę.

Omdat het je verjaardag is, gaan we een lied voor je zingen.

To mało prawdopodobne, że Tom będzie znał tę piosenkę.

Het is niet waarschijnlijk dat Tom dat liedje kent.

Piosenkę, która zmieniła jej życie, wciąż śpiewa na każdym koncercie.

Ze speelt het lied dat haar leven veranderde nog steeds tijdens ieder concert.