Examples of using "Rumeno" in a sentence and their dutch translations:
Het is een Roemeense naam.
Emilia leerde een beetje Roemeens.
Roemeens is een Romaanse taal.
Roemenië wordt "România" genoemd in het Roemeens.
Emilia leerde een beetje Roemeens.
Dit jaar ga ik Zweeds, Nederlands, Roemeens en Servisch studeren.
Ik leer Roemeens.
Spaans, Frans, Italiaans en Roemeens zijn Romaanse talen.
Mijn naam is Roemeens, de zijne is Amerikaans.
Het Roemeens in de enige Romaanse taal waar het bepaald lidwoord aan het einde van het zelfstandig naamwoord hangt.