Examples of using "Fumato" in a sentence and their dutch translations:
Heb je ooit gerookt?
Hij rookte.
Ik rookte.
Je rookte.
Ik heb nooit gerookt.
Ze rookte een sigaar.
Tom rookte.
Sami rookte.
Ze rookte een sigaret.
Ze rookte een sigaar.
Maria rookte een sigaar.
Zijn tanden zijn geel van te veel roken.
- De laatste keer dat ik heb gerookt was een dik jaar geleden.
- De laatste keer dat ik heb gerookt was ruim een jaar geleden.
Zijn tanden zijn geel van te veel roken.