Examples of using "Török" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben Turkse.
- Ik ben Turkse.
- Ik ben Turk.
- Ik ben Turkse.
- Ik ben Turk.
Tom is een Turk.
Ik hou veel van Turks.
Het Turks is een agglutinerende taal.
Uit angst voor een Turkse tegenaanval trok hij zich terug naar Constantinopel.