Examples of using "Követtél" in a sentence and their dutch translations:
- U heeft een fout gemaakt.
- Je hebt een fout gemaakt.
- Jullie hebben een fout gemaakt.
- Welke misdaden heeft u begaan?
- Welke misdaden hebben jullie begaan?
- Welke misdaden heb jij begaan?
Ge hebt veel fouten gemaakt.
- Je hebt geen ernstige misdaad begaan.
- Je hebt geen erge misdaad begaan.
Je hebt een fout gemaakt.