Examples of using "Havat" in a sentence and their dutch translations:
Eet sneeuw.
Ik hou van sneeuw.
- Hou je van sneeuw?
- Houdt u van sneeuw?
- Houden jullie van sneeuw?
Hij houdt van sneeuw.
- Heb je ooit sneeuw gezien?
- Heeft u ooit sneeuw gezien?
- Hebben jullie ooit sneeuw gezien?
Ik hou van sneeuw. Het is zo mooi!
De straat is nu sneeuwvrij.