Translation of "Hóembert" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Hóembert" in a sentence and their dutch translations:

Csináljunk hóembert!

Laten we een sneeuwpop maken.

- Közösen építettek egy hóembert.
- Közösen építettek hóembert.

Ze hebben samen een sneeuwpop gebouwd.

- Ki csinálta a hóembert?
- Ki építette a hóembert?

Wie heeft de sneeuwpop gemaakt?

Építettem egy hóembert.

Ik heb een sneeuwman gemaakt.

Csináltam egy hóembert.

- Ik heb een sneeuwman gemaakt.
- Ik heb een sneeuwpop gemaakt.

Csinálok egy hóembert.

Ik maak een sneeuwpop.

Szeretnél hóembert építeni?

- Wil je een sneeuwpop bouwen?
- Wilt u een sneeuwpop bouwen?
- Willen jullie een sneeuwpop bouwen?

- Jó móka télen hóembert építeni.
- Jó szórakozás télen hóembert épiteni.

- Het is plezant een sneeuwman te maken in de winter.
- Het is leuk om een ​​sneeuwpop te bouwen in de winter.

A gyerekek egy hóembert építenek.

De kinderen bouwen een sneeuwpop.

A gyerekek hatalmas hóembert készítettek.

De kinderen hebben een reusachtige sneeuwman gemaakt.

A gyerekek egy hatalmas hóembert csináltak.

De kinderen hebben een reusachtige sneeuwman gemaakt.

Ha havazik holnap, akkor majd hóembert építek.

- Als het morgen sneeuwt, maak ik een sneeuwpop.
- Als het morgen sneeuwt, maak ik een sneeuwman.

Ha esik holnap a hó, készítek egy hóembert.

- Als het morgen sneeuwt, maak ik een sneeuwpop.
- Als het morgen sneeuwt, maak ik een sneeuwman.