Translation of "Zack" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Zack" in a sentence and their dutch translations:

- Mach schnell!
- Zack, zack!

- Schiet op!
- Opschieten!

- Beeil dich!
- Mach schnell!
- Zack, zack!

- Schiet op!
- Maak voort!

- Beeil dich!
- Zack, zack!
- Mach hin!

Schiet op!

- Beeil dich!
- Mach schnell!
- Zack, zack!
- Mach hin!

- Schiet op!
- Maak voort!

Ich muss hochspringen. Zack! In den Boden rammen.

Spring. Pak hem. En pin hem aan de bodem.

Als wäre ich mit einer Nadel gestochen worden... Zack!

Dat voelde als iemand die een naald...