Examples of using "Wales" in a sentence and their dutch translations:
Hij komt uit Wales.
In Wales hebben ze een spreekwoord.
Groot-Brittannië bestaat uit Wales, Engeland en Schotland.
Het Welsh is een officiële taal in Wales en Chubut.
Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland.
De natie is duidelijk diep gesplitst tussen voor- en tegenstanders van de brexit: Engeland en Wales tegen Schotland en Noord-Ierland, platteland tegen de stad, ouderen tegen jongeren, mensen met een basisopleiding tegen hen met een hogere opleiding, zelfs familielid tegen familielid.