Examples of using "Total" in a sentence and their dutch translations:
Tom is helemaal gestoord.
Hij is compleet gek.
Hij is compleet gek.
Hij is zo gek als een deur.
Ik ben helemaal blut.
Het is geheel ongevaarlijk.
Dat ging helemaal mis.
Ik was volkomen overdonderd.
Marie was volslagen verrast.
Kijk, alles is doornat.
We hebben het helemaal verkeerd.
Groen staat je erg goed.
Die vent ziet ze vliegen!
Die vent ziet ze vliegen!
De bus was helemaal vol.
Lange rokken zijn helemaal modern.
Het feest was heel saai.
Tom is een grote fan van Chopin.
We kwamen elkaar toevallig tegen.
- Hij is een grote mafkees.
- Hij is volkomen gestoord.
- Hij is compleet gek.
Hij is verliefd op haar.
Tegen het eind van de maand is Tom meestal helemaal blut.
Onregelmatige werkwoorden leren vind ik heel vervelend.
Ik vind deze discussie volstrekte onzin.
Tom is helemaal gestoord.
Het is geheel ongevaarlijk.
- Om eerlijk te zijn, ik verveel me rot.
- Eerlijk gezegd, ik verveel me te pletter.
Aan de ene kant heeft het de wereld verenigd.
Hij was uitgeput toen hij thuiskwam.
- Die vent is helemaal gestoord!
- Die kerel is knettergek!
- Die gozer is compleet geschift!
- Die vent is helemaal kierewiet!
- Die kerel is compleet getikt!
- Er zit een schroefje los bij die vent!
- Die gast is niet goed bij zijn hoofd!
- Die vent ziet ze vliegen!
Hij is compleet gek.
- Die kerel is knettergek!
- Die gozer is compleet geschift!
- Die kerel is compleet getikt!
Het is bijna een vrije val... ...volledig bekend, volledig thuis in zijn omgeving.
Maar de vormen zijn nu duidelijk uitgerokken.
Uw opmerking op het feest over het gewicht van Lisa was helemaal misplaatst.
Het is heel gemakkelijk!
- Je hebt helemaal gelijk.
- Je hebt volkomen gelijk.
- Ge hebt helemaal gelijk.
- Die vent is helemaal gestoord!
- Die kerel is knettergek!
- Die gozer is compleet geschift!
- Die vent is helemaal kierewiet!
- Die kerel is compleet getikt!
- Er zit een schroefje los bij die vent!
- Die gast is niet goed bij zijn hoofd!
- Die vent ziet ze vliegen!
- Hij ziet ze vliegen.
- Je hebt helemaal gelijk.
- Je hebt volkomen gelijk.
- Die vent is helemaal gestoord!
- Die kerel is knettergek!
- Die gozer is compleet geschift!
- Die vent is helemaal kierewiet!
- Die kerel is compleet getikt!
- Er zit een schroefje los bij die vent!
- Die gast is niet goed bij zijn hoofd!
- Die vent ziet ze vliegen!
- Je hebt helemaal gelijk.
- Je hebt volkomen gelijk.