Examples of using "Schält" in a sentence and their dutch translations:
Ze schilt de aardappelen.
Hij schilt zijn appel.
Hij schilt haar appel.
Ze schilt de aardappel.
- Ik weet hoe men een appel schilt.
- Ik weet hoe je een appel schilt.
Pel de komkommers.
Ik kan een appel schillen.