Examples of using "Laune" in a sentence and their dutch translations:
Hij is gehumeurd.
Ik was in een slecht humeur.
Hij is zelden goed gehumeurd.
Ze was slecht gehumeurd.
- Tom is een slechte stemming.
- Tom is in een slechte bui.
- Hij is gehumeurd.
- Hij is in slecht humeur.
Tom is goed gehumeurd.
- Tom is een slechte stemming.
- Tom is in een slechte bui.
Hij is zelden goed gehumeurd.
- Ik heb vandaag een slecht humeur.
- Vandaag heb ik een slecht humeur.
- Vandaag ben ik in een slechte bui.
Ik heb vandaag een slecht humeur.
- Tom is nu in een slecht humeur.
- Tom is nu chagrijnig.
Hij is zelden goed gehumeurd.
Toms humeur is veranderd.
- Maria is altijd humeurig.
- Maria is altijd slechtgestemd.
- Maria is altijd in een slechte bui.
- Maria heeft altijd een slecht humeur.
Maria is altijd in een goede stemming.
Ze hielp hem zijn slechte humeur te overwinnen.
Ze is in een slechte bui.
- Ik weet niet waarom ik deze morgen in een slechte bui ben.
- Ik weet niet waarom ik zo slecht gehumeurd ben deze morgen.
Hij leert voor de lol het periodiek systeem der elementen uit zijn hoofd.
Ze is in een slechte bui.
Zij is chagrijnig, omdat ze de metro gemist had en naar het werk moest lopen.
Ik heb geen zin om nog langer te wachten.