Examples of using "Hol" in a sentence and their dutch translations:
Haal Tom.
Haal hulp.
Breng versterking.
Ga voor hulp.
- Pak aan.
- Pak dat.
Breng mijn hoed.
Haal je spullen.
Breng een hoed.
Pak dat.
Breng mijn hoed.
Neem dat boek voor mij.
Kom me ophalen.
Breng me weg van hier.
Pak een ticket voor me.
Ik vraag u mij een stoel te brengen.
Breng mij een stukje papier a.u.b.
Breng hem naar binnen.
Ga even wat brood halen bij de bakker!
Haal een mes uit de keuken!
Kom me ophalen.
- Pak mijn geweer.
- Haal mijn geweer.
- Zorg nou maar dat ik die lijst krijg.
- Ga maar gewoon die lijst halen.
Breng hem naar binnen.
Stop met mij te vragen om een drankje. Ga, en haal er zelf een!