Examples of using "Gut“" in a sentence and their dutch translations:
Eind goed, al goed.
Mooi.
Eind goed, al goed.
Gestolen goed gedijt niet.
- Goed. En jij?
- Goed. En u?
Het ruikt lekker!
Gestolen goed gedijt niet.
- Gaat het goed met jullie?
- Gaat het goed met je?
- Gaat het goed met u?
- Het ruikt goed.
- Dit ruikt goed.
Zij is goed.
Goed, dat is genoeg.
- Goed, en met jou?
- Goed. En jij?
Hou je taai!
Goed. En u?
Wie goed kauwt, verteert goed.
- Slaap lekker, Timmy.
- Slaapwel, Timmy.
Heel goed, dank je wel.
Slaap zacht, Sean.
Gaat het goed met u?
- Alles komt in orde.
- Alles komt goed.
Mij gaat het goed.
Dat is niet slecht.
Hou je haaks.
- Fantastisch!
- Perfect!
- 't Is piekfijn in orde.
Tot ziens!
Goed gezegd!
- Slaap wel.
- Slaap lekker!
- Mooi zo!
- Bravo!
- Chapeau!
- Bravo!
- Goed gedaan.
Goed, dank je.
Het is al goed.
Goed gevangen!
Goed kauwen!
Het gaat goed met Tom.
- Goed, en met u?
- Goed. En u?
- Ik ben in orde.
- Ik ben oké.
Tom kan goed zwemmen.
De rozen ruiken lekker.
Ze kookt goed.
- Het gaat mij goed.
- Mij gaat het goed.
- Oké.
- Mij best.
- Okidoki.
- Goed.
- Hebt ge goed geslapen?
- Heb je goed geslapen?
- Heb jij goed geslapen?
Blauw staat je goed.
Ben jij goed in tennis?
- Goed, en met u?
- Goed, dank u. En met u?
- Kun je goed piano spelen?
- Speel je goed piano?
- Gaat het goed met jullie?
- Gaat het goed met je?
- Gaat het goed met u?
- Zit je goed in je vel?
- Gaat het goed met jullie?
- Gaat het goed met je?
- Gaat het goed met u?
- Ken je Tom goed?
- Kent u Tom goed?
- Waar ben jij goed in?
- Waar bent u goed in?
Kende je hem goed?
- Luister nu goed.
- Luister nou goed.
Tom is goed in Frans.
Eind goed, al goed.
Goed, dank u. En met u?
Je taart is heerlijk.
Maria kan goed dansen.
Dit is erg lekker.
Er ruikt iets goed.
- Ken je Tom goed?
- Kent u Tom goed?
Ik betaal Tom goed.
Spreek je goed Frans?
Dat is goed om te weten.
We betalen Tom goed.
- Dit is lekkere thee.
- Deze thee smaakt goed.
- Deze thee is goed.
Hij speelt goed viool.
De pizza smaakte goed.
Luister nou goed.