Translation of "Brüssel" in Dutch

- Sie geht nach Brüssel.
- Sie fährt nach Brüssel.

Zij gaat naar Brussel.

Brüssel liegt in Belgien.

- Brussel is in België.
- Brussel ligt in België.

Sie geht nach Brüssel.

Zij gaat naar Brussel.

- Brüssel ist die Hauptstadt von Belgien.
- Brüssel ist die Hauptstadt Belgiens.

Brussel is de hoofdstad van België.

Brüssel ist die Hauptstadt von Belgien.

Brussel is de hoofdstad van België.

Ich gehe öfter nach Brüssel als nach Paris.

Ik ga vaker naar Brussel dan naar Parijs.

Tom kennt nicht den Unterschied zwischen Brüssel und einem Bordell.

Tom weet niet wat het verschil is tussen Brussel en een bordeel.

- Kennst du den Unterschied zwischen Brüsseler und Lütticher Waffeln?
- Kennst du den Unterschied zwischen Waffeln aus Brüssel und Waffeln aus Lüttich?
- Kennst du den Unterschied zwischen einer Brüsseler und einer Lütticher Waffel?

- Ken jij het verschil tussen een Brusselse wafel en een Luikse?
- Weet je wat het verschil is tussen wafels uit Brussel en wafels uit Luik?