Examples of using "Blind" in a sentence and their dutch translations:
- Liefde maakt blind.
- Liefde is blind.
- Ben je blind?
- Bent u blind?
- Zijn jullie blind?
Liefde maakt blind.
Tom is blind.
Ik ben blind.
Het lot is blind.
Tom is blind.
Liefde maakt blind.
Liefde is blind.
Het arme meisje werd blind.
- Het lot is blind.
- Geluk is blind.
- Is je dochter blind?
- Is uw dochter blind?
Ik ben niet blind.
Ik ben bijna blind.
Tom is nu blind.
Is uw dochter blind?
Men zegt dat liefde blind maakt.
Ze is blind aan haar rechteroog.
Hij is verblind door de liefde.
Ze werd blind.
Tom is niet blind geboren.
Ik werd blind.
Ik wil niet blind worden!
Liefde maakt blind.
Het arme meisje werd blind.
Hij is niet van geboorte blind.
Helen Keller was doof en blind.
Men zegt dat Homerus blind was.
Tom is blind aan één oog.
Hij was blind aan één oog.
Ze was blind, doof, en stom.
Hij is zo blind als een mol.
Ik weet dat Tom blind is.
Hij is niet van geboorte blind.
De oude man is blind aan een oog.
Liefde maakt blind. Vriendschap opent de ogen.
Helen Keller was blind en doofstom.
Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.
De oude man is blind aan een oog.
Zij kan zien... ...terwijl de guanaco vrijwel blind is.
Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.
Zo zwak dat wij vrijwel blind zijn.
Doordat haar ogen bedekt zijn met huid en vacht, is ze totaal blind.
Moeders hadden de gewoonte aan hun zonen te zeggen dat ze blind zouden worden als ze masturbeerden.
Jane is dik en onbeschoft en rookt te veel. Maar Ken vindt haar schattig en charmant. Daarom wordt er gezegd dat liefde blind is.
Arme Tom! Doordat hij, verblind door liefde, de naam van zijn laatste vriendin op zijn arm liet tatoeëren, wil nu geen enkel meisje meer met hem uit.