Translation of "Beginnt" in Dutch

0.015 sec.

Examples of using "Beginnt" in a sentence and their dutch translations:

Es beginnt.

Het begint.

Das Abenteuer beginnt!

Laat het avontuur beginnen.

Der Winter beginnt.

De start van de winter.

beginnt der Winter.

...is het net winter.

Die Arbeit beginnt jetzt.

Het werk begint hier.

Sie beginnt sich einzurollen.

Je ziet dat hij zich oprolt.

Wann beginnt das Spiel?

- Wanneer begint de wedstrijd?
- Wanneer begint het spel?

Wann beginnt der Film?

Wanneer begint de film?

Erziehung beginnt zu Hause.

Opvoeding begint thuis.

Jetzt beginnt der Endspurt.

Nu begint de eindspurt.

- Die Spargelernte beginnt heuer früher.
- Die Spargelernte beginnt dieses Jahr früher.

De asperge-oogst begint dit jaar vroeger.

Ihre Reise beginnt genau jetzt.

Jullie avontuur begint zo ongeveer nu.

Die Schule beginnt nächsten Montag.

De school start de volgende maandag.

Das Leben beginnt mit vierzig.

Het leven begint bij veertig.

Die Schule beginnt im Frühling.

De school begint in de lente.

Der Unterricht beginnt am Montag.

De lessen beginnen op maandag.

Nächsten Sonntag beginnt die Sommerzeit.

- De volgende zondag begint de zomertijd.
- De volgende zondag begint het zomeruur.

Die Regenzeit beginnt im Juni.

Het regenseizoen begint in juni.

Der Unterricht beginnt nächste Woche.

De lessen beginnen volgende week.

- Die Nacht beginnt.
- Es nachtet.

Het wordt nacht.

Sie beginnt, sich nach hinten einzurollen.

Je ziet dat hij zich oprolt.

Der letzte Akt der Nacht beginnt.

Het laatste deel van de nacht begint.

Die Schule beginnt am zehnten April.

De school begint op tien april.

Die Schule beginnt um neun Uhr.

De school begint om negen uur.

Heute beginnt der Rest deines Lebens.

Vandaag begint de rest van je leven.

Der Film beginnt um zehn Uhr.

De film begint om tien uur.

Der Unterricht beginnt am 10. April.

De school begint op tien april.

Die Sommerzeit beginnt am dritten April.

De zomertijd begint op drie april.

Die Oper beginnt um sieben Uhr.

De opera begint om zeven uur.

Wer zu früh beginnt, endet spät.

Wie te vroeg begint, heeft laat gedaan.

Der Film beginnt um sechs Uhr.

De film begint om zes uur.

Gesundheit beginnt mit einem guten Schlaf.

Gezondheid begint bij een goede nachtrust.

Die Schule beginnt um 8.10 Uhr.

School begint om 8:10.

Das Spiel beginnt in einer Stunde.

Het spel begint over een uur.

Die Sitzung beginnt in fünf Minuten.

De vergadering zal over vijf minuten beginnen.

- Der Frühling ist vergangen und der Sommer beginnt.
- Vorbei ist der Frühling, der Sommer beginnt.

De lente is voorbij en de zomer begint.

- Wann fängt es an?
- Wann beginnt es?
- Wann geht es los?
- Um welche Zeit beginnt es?

Hoe laat begint het?

- Der Film beginnt.
- Der Film fängt an.

De film begint.

Die Schule beginnt morgens um 8.10 Uhr.

School begint om 8:10.

Meine Damen und Herren, der Film beginnt.

Dames en heren, de film begint.

Eine bessere Welt beginnt im eigenen Herzen.

Een betere wereld begint in het eigen hart.

Ich möchte wissen, wann das Treffen beginnt.

Ik wil weten wanneer de vergadering begint.

Unsere Geschichte beginnt an einem schönen Frühlingstag.

Ons verhaal begint op een mooie lentedag.

Das Abenteuer beginnt! Komm schon, du schaffst das.

Laat het avontuur beginnen. Kom op, je kunt het.

Das neue Semester beginnt in Japan im April.

In Japan begint het nieuwe semester in april.

Wissenschaft beginnt, wenn man warum und wie fragt.

Wetenschap begint wanneer men vraagt naar het hoe en het waarom.

Der Unterricht beginnt jeden Tag um neun Uhr.

De lessen beginnen elke dag om negen uur.

Das Spiel beginnt um zwei Uhr morgen Nachmittag.

- Het spel begint om twee uur morgennamiddag.
- Het spel begint morgenmiddag om twee uur.

Der Ort, wo ein Fluss beginnt, ist seine Quelle.

De plaats waar een rivier begint, is haar bron.

- Wann beginnt der Film?
- Wann fängt der Film an?

Wanneer begint de film?

Und beginnt als Bär in der vordersten Reihe zu kämpfen.

en begint hij te vechten in de voorste rij als een beer.

Und Thormod beginnt sofort, das Bjarkamál zu singen, ein Gedicht

En Thormod begint meteen de Bjarkamál te zingen, wat eigenlijk een gedicht is dat zou

Man beginnt ein Segel zu bauen, um das Glück einzufangen.

Je begint een zeil te maken om geluk te vangen.

Und vermutlich gibt es dort Welten, in denen kein Leben beginnt.

En vermoedelijk zullen er werelden zijn waarop het leven niet opstart.

- Es wird dunkel.
- Es wird Nacht.
- Die Nacht beginnt.
- Es nachtet.

Het wordt nacht.

Das Leben beginnt, wenn man entscheidet, was man von ihm erwartet.

Het leven begint, wanneer je beslist wat je ervan verwacht.

- Der Unterricht geht nächste Woche los.
- Der Unterricht beginnt nächste Woche.

De lessen beginnen volgende week.

Alles Verschulden beginnt im alten Menschen einzuschlafen, nur der Geiz wird aufgeweckt.

Bij een ouderling slaapt de spijt in en wordt enkel de gierigheid wakker.

Auf der Nordhalbkugel beginnt der Frühling im März und endet im Juni.

Op het noordelijk halfrond begint de lente in maart en eindigt in juni.

Wird man gestochen, dauert es nur Minuten, bis das Seeigelgift zu wirken beginnt.

Zodra je bent gestoken, duurt het slechts minuten... ...voordat het giftige mengsel van de zee-egel toeslaat.

Mit der erstarkten Sonne beginnt neues Leben, und die Entbehrungen sind bald vergessen.

De aansterkende zon... ...brengt nieuw leven en de ontberingen worden langzaam vergeten.

, aber es ist klar, dass sie nichts für ihn tun können, und beginnt,

, maar het is duidelijk dat ze niets voor hem kunnen doen, dus begint hij

- Die Schule beginnt um neun Uhr.
- Der Unterricht fängt um neun Uhr an.

De school begint om negen uur.

- Die Schule beginnt am 8. April.
- Die Schule fängt am 8. April an.

De school begint op acht april.

- Der Deutschkurs fängt am 5. Oktober an.
- Der Deutschkurs beginnt am fünften Oktober.

De cursus Duits begint op vijf oktober.

- Der Film beginnt um zehn Uhr.
- Der Film fängt um 10 Uhr an.

De film begint om tien uur.