Translation of "Beabsichtigen" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Beabsichtigen" in a sentence and their dutch translations:

Was beabsichtigen Sie zu tun?

- Wat ben je van plan om te doen?
- Wat zijn jullie van plan te doen?
- Wat had u gedacht te gaan doen?

Wir beabsichtigen, morgen zu gehen.

We zijn van plan morgen te gaan.

Beabsichtigen Sie, an dem Treffen teilzunehmen?

Bent u van plan deel te nemen aan de bijeenkomst?

Wir beabsichtigen, Herrn Schmidt morgen einen Besuch abzustatten.

We zijn van plan om morgen bij meneer Smith op bezoek te gaan.