Examples of using "Ampel" in a sentence and their dutch translations:
- Het verkeerslicht is groen.
- Het licht staat op groen.
- Het werd groen.
- Het verkeerslicht sprong op groen.
Het signaal was rood.
We moeten op het stoplicht letten.
Het verkeerslicht werd rood.
Wacht tot het stoplicht groen is.
We moeten op het stoplicht letten.
- Het verkeerslicht werd rood.
- Het verkeerslicht sprong op rood.
Zijt ge gestopt aan het rood licht?
Wacht tot het verkeerslicht groen wordt.
en die moeder rijdt pardoes door een rood licht.
Het signaal was rood.
- Het verkeerslicht werd rood.
- Het licht werd rood.
Steek de straat niet over wanneer het stoplicht rood is.
Vervolgens rijdt die moeder door nog een rood licht
Bij oranje zou je niet meer door het stoplicht mogen rijden.
Een ongeduldige bestuurder stak de kruising over zonder acht te geven aan het rode stoplicht.
Je hoort de weg alleen over te steken als het licht groen is.
Ik reed met mijn auto door rood, omdat ik haast had.