Examples of using "Mord" in a sentence and their dutch translations:
Deze hond bijt.
De beer bijt zichzelf.
Bijt jouw hond?
Bijt deze spin?
- Wat bijt jou?
- Wat bijt jullie?
- Wat bijt u?
Mijn hond bijt niet.
Bijt jouw hond?
Blaffende honden bijten niet.
We hebben vier konijnen, één ervan bijt.
Hond bijt man is geen nieuws, maar man bijt hond, dat is nieuws.
Blaffende honden bijten niet.