Examples of using "Divorcé" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben gescheiden.
Tom is gescheiden.
"Getrouwd?" "Gescheiden."
Mijn burgerlijke staat is gescheiden.
Ik ben gescheiden.
Ze is gescheiden.
Hij is al twee jaar gescheiden.
Tom is van Mary gescheiden.
Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.