Examples of using "Kädet" in a sentence and their dutch translations:
Handen.
Handen omhoog!
- Heb je je handen gewassen?
- Heeft u uw handen gewassen?
- Heb jullie je handen gewassen?
Handen omhoog!
Tom heeft kleine handen.
Tom heeft grote handen.
Handen op het hoofd!
Hou je handen uit je zakken.
- Je hebt mooie handen.
- Je hebt prachtige handen.
Handen omhoog! Dit is een overval.
Was je handen voor het eten.
Als het erin trekt, kan het blaren veroorzaken... ...en je handen laten bloeden.