Examples of using "Avaimen" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben de sleutel kwijt.
- Ik heb de sleutel verloren.
- Ik ben de sleutel verloren.
Heb je de sleutel aan Tom gegeven?
Hij stak de sleutel in het slot.
Ik heb de sleutel gevonden.
John haalde een sleutel uit zijn zak.