Examples of using "Windy" in a sentence and their dutch translations:
Het waait.
Wat een wind!
Het is winderig vandaag.
Is het winderig?
Het waait nog steeds.
Het is winderig vandaag.
Het is erg winderig vandaag.
Het is winderig buiten.
Het is een winderige dag.
Het was heel winderig.
Maandag was een dag met veel wind.
- De wind was sterk.
- Het waaide hard.
Het was heel winderig die dag.
Het was koud, en bovendien was er wind.
- Iedere man met een toupetje heeft angst voor een winderige dag.
- Iedere man met een haarstukje heeft angst voor winderige dagen.
- De wind waait.
- Het waait.
Het achterdek van de boot voelde minder winderig aan.
- Er was veel wind.
- Het was heel winderig.
De zomers in Boston zijn warm en vochtig, terwijl de winters koud, winderig en sneeuwig zijn.