Examples of using "Tasty" in a sentence and their dutch translations:
Deze bes is lekker.
Is het lekker?
Het water smaakt lekker.
Deze bes is lekker.
De bananen zijn niet lekker.
Om plezier op te zoeken, zoals lekker eten,
De wafel is erg lekker.
Hoe lekker!
Deze focaccia is lekker en kruimelig.
- Is dat lekker?
- Hoe is het, lekker?
Wat je van ver haalt, is lekker.
Het water smaakt lekker.
Biologische groenten zijn populair omdat ze zeker zijn en smaakvol.
- Is het lekker?
- Is het goed?
Het avondeten was zo lekker.
Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.
Voel je toch niet zo treurig. Eet iets lekkers en vrolijk op.
Dit is de eerste keer dat ik ananasjam heb gegeten. Best lekker.
"Het is vers, het is best lekker en de prijs is erg goed!" zei ze.
Ik wil iets lekkers eten.
Gelukkige chocolade die, na de wereld te hebben doorkruist doorheen de glimlach van de vrouwen, de dood vond in een heerlijke en smeltende kus van hun mond.