Examples of using "Addicted" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben verslaafd.
Hij is verslaafd.
- Ze is verslaafd.
- Ze heeft een verslaving.
Hij is heroïneverslaafd.
Ik ben verslaafd aan Tatoeba.
Hij is verslaafd aan de koffie van Starbucks.
Hij is verslaafd aan de koffie van Starbucks.
Maria is verslaafd aan heroïne.
- Ik ben verslaafd aan videogames.
- Ik ben verslaafd aan computerspelletjes.
Hij is verslaafd aan cocaïne.
Ik ben verslaafd aan kauwgom.
Tom is verslaafd aan chocoladekoekjes.
Ze is verslaafd aan winkelen.
Ze is een alcoholist.
Veel criminelen in de Verenigde Staten zijn verslaafd aan drugs.
Vroeger hield ik niet van wijn, maar nu ben ik er verzot op.
Vroeger hield ik niet van wijn, maar nu ben ik er verzot op.