Examples of using "She was" in a sentence and their dutch translations:
Ze was een kind, maar ze was dapper.
Ook al was ze een vrouw, ze was dapper.
Ze kreeg promotie.
Ze was mooi toen ze jong was.
Ze was mooi toen ze jong was.
Toen ze jong was, was ze zeer populair.
Ze was een acteur.
Ze was een kind, maar ze was dapper.
...was ze daar.
- Ze was depressief.
- Ze was gedeprimeerd.
Ze was dapper.
Ze kreeg promotie.
Ze was aan het hijgen.
- Zij werd geëxcommuniceerd.
- Ze werd geëxcommuniceerd.
Zij was jaloers.
Ze was razend.
Ze snikte.
- Ze was lichtgelovig.
- Zij was lichtgelovig.
Zij was aan het skiën.
Ze was zwanger.
Ze was woedend.
Zij las.
Ze was onder invloed.
Ze was weg.
Ze was jong.
Ze was saai.
Ze was Brits.
Ze was dreigend.
- Ze was perfect.
- Zij was perfect.
Ze was niet aanwezig school omdat ze ziek was.
Ze was woedend toen ik zei dat ze liegt.
Zij was bezig met het huishouden.
Ze was dapper, ook al was ze nog maar een kind.
Zij heeft zich kunnen aanpassen.
Zij was bezig met het huishouden.
Ze was niet aanwezig school omdat ze ziek was.
en ze reageerde geschokt.
Ze ademde hevig.
Ze was thee aan het maken.
Ze was echt onder de indruk.
Ze werd levend begraven.
Ze snurkte hard.
Ze was erg zenuwachtig.
Ze lachten haar uit.
Ze was waarschijnlijk onschuldig.
Ze was een acteur.
Ze was first lady.
Ze was aangenaam verrast.
Zij was een genie.
Ze stond voor de klas.
Ze voelde zich nogal moe.
Ze is gisteren geboren.
Zij liep voorop.
Ze was niet gelukkig.
Ze was te moe.
Zij was nogal kleurloos.
Ze zei dat ze gelukkig was.
Zij was bezig met het huishouden.
Zij was bezig met het huishouden.
Ze droeg zwart.
Zij was bezig met het huishouden.
Ze was een kind, maar ze was niet bang.
Ze zei dat ze ziek was.
Ze was heel aardig tegen iedereen.
Ze was uitgenodigd voor een feestje.
Ze was blind, doof, en stom.
Ze huilde.
maar ze was verrassend schoon.
Ze was een klein duiveltje.
Ze dacht dat ze immuun was.
Ze was niet erg gewond.
- Ze is opgegroeid in Frankrijk.
- Ze groeide op in Frankrijk.