Examples of using "Liked" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen mocht ons.
Ik heb nooit van biologie gehouden.
Ze vond mijn grappen leuk.
Ik heb altijd van voetbal gehouden.
Ze vond het leuk.
- U hield van chocolade.
- Jullie hielden van chocolade.
Tom vond Australië leuk.
Tom vond Maria leuk.
Iedereen mocht ons.
Ik vond Tom leuk.
Iedereen hield van Tom.
- Ik hield van Australië.
- Ik vond Australië leuk.
Sami vond dat leuk.
Iedereen hield van Tom.
Ik heb Tom nooit leuk gevonden.
Niemand hield van mijn land.
Ik heb altijd van voetbal gehouden.
Ik heb nooit van biologie gehouden.
Ik heb nooit van Kerstmis gehouden.
Ik vond Tom heel leuk.
Ik heb altijd van voetbal gehouden.
Fadil mocht graag skiën.
- Iedereen houdt van hem.
- Iedereen mag hem.
- Zij zeiden dat ze van pizza hielden.
- Ze zeiden dat ze van pizza hielden.
Ik denk dat Tom dat wel leuk gevonden zou hebben.
- Ik denk dat Tom dat wel leuk gevonden zou hebben.
- Ik denk dat Tom dat leuk gevonden zou hebben.
- Iedereen houdt van hem.
- Iedereen mag hem.
Tom vond Maries nieuw kapsel mooi.
Misschien vond hij het wel een goed idee.
Van in het begin had ze hem graag.
Ik heb altijd van die naam gehouden.
Persoonlijk vond ik deze leuk.
- Ik vond Toms design erg mooi.
- Ik vond Toms design erg goed.
Ik heb altijd van griezelfilms gehouden.
Je zei dat Tom me leuk vond.
Ik vond de soep echt lekker.
Tom heeft me nooit echt gemogen.
Ze vonden wat Jefferson zei leuk.
Ik heb vreemde persoonlijkheden altijd interessant gevonden.
- Ik vond hem sowieso niet leuk.
- Ik vond hem toch al niet leuk.
Ik heb haar nooit echt gemogen.
Zij vond alles aantrekkelijk aan hem.
Tom vond het leuk in Australië.
Ik vond de wiskundeleraar leuk.
Ik vond Tom heel leuk.
Maria vertelde me dat ze van pizza hield.
Hij vertelde me dat hij van pizza hield.
Zij vertelde me dat ze van pizza hield.
Zij vertelden me dat ze van pizza hielden.
Ik dacht dat je zei dat je Tom leuk vond.
Iedereen mag mevrouw White.
Ik heb altijd van de bergen gehouden.
Ik heb altijd meer van mysterieuze personages gehouden.
Tom zei dat hij me leuk vond.
Tom zei dat het idee hem aanstond.
Fadil hield van skiën.
Ik wist niet dat hij me leuk vond.
Jullie hielden van chocolade.
Hij vertelde me dat hij van pizza hield.
Ik wist niet eens dat je van basketbal hield.
Tom kon het niet geloven dat Maria hem echt leuk vond.
Waar had je graag willen werken?
Hij vroeg of ik Chinees eten lekker vind.
Ik denk dat Tom dat leuk gevonden zou hebben.
Ik was helemaal vergeten hoeveel ik van Tom houdt.
Tom vroeg aan Mary of zij hem leuk vond.
Wist je niet dat Tom dat graag deed?
Tom en Maria zeiden dat ze van pizza hielden.
Aan de ene kant mocht ik Ingolf graag,
Ik was echt blij met het cadeau dat je me gaf.
Ik dacht dat je graag nieuwe dingen leerde.