Translation of "Juice" in Dutch

- Tom is drinking juice.
- Tom drinks juice.

- Tom drinkt sap.
- Tom is sap aan het drinken.

- I drink fruit juice.
- I'm drinking juice.

- Ik drink vruchtensap.
- Ik drink sap.
- Ik ben sap aan het drinken.

Some juice, please.

- Wat sap, alsjeblieft.
- Wat sap, alstublieft.
- Wat sap, graag.
- Een beetje sap, alsjeblieft.
- Een beetje sap, alstublieft.

Drink this juice.

Drink dit sap!

Orange juice, please.

Sinaasappelsap, alsjeblieft.

I drank juice.

Ik dronk sap.

Tom drinks juice.

Tom drinkt sap.

I'm drinking juice.

- Ik drink sap.
- Ik ben sap aan het drinken.

He drinks juice.

Hij drinkt sap.

- My brother drinks juice.
- My brother is drinking juice.

Mijn broer drinkt sap.

- I prefer milk to juice.
- I prefer milk over juice.

Ik heb liever melk dan sap.

I love elderberry juice.

Ik hou van vlierbessensap.

Orange juice or champagne?

Sinaasappelsap of champagne?

Children want fruit juice.

Kinderen willen vruchtensap.

This juice tastes sour.

Dit sap smaakt zuur.

Do you like juice?

- Hou je van sap?
- Houdt u van sap?
- Houden jullie van sap?

Tom is drinking juice.

- Tom drinkt sap.
- Tom is sap aan het drinken.

Did you buy juice?

Heb je sap gekocht?

We sell orange juice.

Wij verkopen sinaasappelsap.

Yes, orange juice, please.

Ja, sinaasappelsap, alstublieft.

Where's my apple juice?

Waar is mijn appelsap?

I drink fruit juice.

- Ik drink een fruitsap.
- Ik drink fruitsap.

I'm drinking orange juice.

Ik drink sinaasappelsap.

There's no more juice.

- Er is geen sap meer.
- Er is geen stroom meer.

I love apple juice.

Ik hou van appelsap.

I want orange juice.

Ik wil sinaasappelsap.

You're drinking cherry juice.

Jij drinkt kersensap.

She's drinking apple juice.

Ze drinkt appelsap.

I'd like orange juice.

Ik zou sinaasappelsap willen hebben.

I drank some juice.

Ik dronk een sapje.

I like orange juice.

Ik hou van sinaasappelsap.

Tom ordered orange juice.

Tom bestelde sinaasappelsap.

Sami likes watermelon juice.

Sami houdt van watermeloenensap.

Pass the tomato juice.

Geef het tomatensap aan.

Orange juice for everyone.

Sinaasappelsap voor iedereen.

Tom loves apple juice.

Tom houdt van appelsap.

This is orange juice.

Dit is sinaasappelsap.

- I like milk more than juice.
- I prefer milk to juice.

Ik heb liever melk dan sap.

Do you want fruit juice?

- Wilt ge fruitsap?
- Wil je fruitsap?
- Wil je een vruchtensap?

Tom is drinking apple juice.

Tom drinkt appelsap.

I'd like an orange juice.

- Ik zou graag sinaasappelsap willen hebben.
- Sinaasappelsap alstublieft.

I prefer milk to juice.

Ik heb liever melk dan sap.

The girl drinks orange juice.

Het meisje drinkt sinaasappelsap.

Tom drank my apple juice.

Tom dronk mijn appelsap.

I asked for grape juice.

Ik vroeg om druivensap.

Tom drank some orange juice.

Tom dronk wat sinaasappelsap.

Tom drank his orange juice.

Tom dronk zijn sinaasappelsap.

I want some orange juice.

- Ik wil wat sinaasappelsap.
- Ik wil sinaasappelsap.

Daniel is making mango juice.

Daniel maakt mangosap.

Mary drank her orange juice.

Maria dronk haar sinaasappelsap.

Sami made orange juice, too.

Sami maakte ook sinaasappelsap.

I don't like orange juice.

Ik hou niet van sinaasappelsap.

Tom ordered an apple juice.

Tom bestelde een appelsap.

I drank some orange juice.

Ik dronk wat sinaasappelsap.

Orange juice gives me diarrhea.

Sinaasappelsap geeft mij diarree.