Examples of using "Fried" in a sentence and their dutch translations:
Tom bakte een ei.
- Ze heeft een ei gebakken.
- Ze bakte een ei.
- Mijn hersenen liggen in puin.
- Van mijn hersenen is niets over.
Heb je ooit champignons gefrituurd?
Ik hou niet van gebakken vis.
- Je ruikt naar gefrituurde aardappelen.
- U ruikt naar gefrituurde aardappelen.
- Jullie ruiken naar gefrituurde aardappelen.
Tom wilde gefrituurde rijst eten.
Gefrituurde spinnen zijn een regionale delicatesse in Cambodja.