Examples of using "Bon" in a sentence and their dutch translations:
- Goede reis!
- Fijne reis!
Eet smakelijk.
Eet smakelijk!
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!
- Fijne reis!
- Eet smakelijk!
- Eet smakelijk.
- Eet smakelijk!
- Eet smakelijk.
- Fantastisch!
- Geweldig!
Goede reis!
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!
Eet smakelijk!
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!
- Goede reis!
- Fijne reis!
Eet smakelijk.
- Eet smakelijk!
- Eet smakelijk.
Goede reis!
Goede reis!
- Ik wens u een goede reis.
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!
- Goede reis!
- Fijne reis!
Goede reis!
Goede reis!
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!
- Fijne reis!