Translation of "Gegeten" in Spanish

0.008 sec.

Examples of using "Gegeten" in a sentence and their spanish translations:

- Hebben jullie al gegeten?
- Heb je al gegeten?

¿Ya has comido?

Ik heb gegeten.

He comido.

Heb je gegeten?

¿Comiste?

Ze hebben gegeten.

Comían.

- Ik heb niet gegeten gisteravond.
- Ik heb niet gegeten gisterenavond.

Ayer no cené.

Wat heb je gegeten?

¿Qué comiste?

Hebben jullie al gegeten?

¿Ya habéis comido?

Ik heb al gegeten.

Ya comí.

Wie heeft er gegeten?

¿Quién comió?

Ik heb kaviaar gegeten.

- Comí caviar.
- He comido caviar.

Wanneer heb je gegeten?

¿A qué hora comiste?

Wij hebben uit gegeten.

Cenamos en un restaurante.

Ik heb net gegeten.

Acabo de comer.

We hebben eieren gegeten.

- Hemos comido huevos.
- Comimos huevos.

We hebben al gegeten.

- Ya comimos.
- Nosotros ya comimos.

Je hebt al gegeten.

- Ya ha comido.
- Tú ya comiste.

Heb je al gegeten?

- ¿Ya has comido?
- ¿Ya comiste?
- ¿Ya lo has comido?

Jullie hebben niet gegeten.

No habéis comido.

Tom heeft iets gegeten.

Tom comió algo.

Heb je iets gegeten?

¿Comiste algo?

Heb je goed gegeten?

¿Comiste rico?

- Hebt ge al kalkoen gegeten?
- Heb je al eens kalkoen gegeten?

¿Ya has comido pavo?

- Heb je al eens bananentaart gegeten?
- Heb je ooit bananentaart gegeten?

¿Alguna vez has comido un pay de plátano?

- Ik at patat.
- Ik at friet.
- Ik heb friet gegeten.
- Ik heb patat gegeten.
- Ik heb frietjes gegeten.

He comido patatas fritas.

- Heb ge al een koek van banaan gegeten?
- Heb je al eens bananentaart gegeten?
- Heb je ooit bananentaart gegeten?

¿Alguna vez has comido un pastel de plátano?

- Heb je ooit dit gerecht gegeten?
- Heb je dit gerecht ooit gegeten?

¿Has comido este plato alguna vez?

- Heeft u ooit rauwe vis gegeten?
- Hebt u ooit rauwe vis gegeten?

¿Alguna vez has comido pescado crudo?

Ik heb gisteravond gegeten, maar ik denk niet dat Tom gegeten heeft.

Yo cené anoche, pero no creo que Tom cenara.

Tom heeft vanmorgen groentesoep gegeten.

Tom tomó sopa de verduras esta mañana.

Hoeveel sinaasappelen heeft Tom gegeten?

¿Cuántas naranjas se comió Tom ?

Hebben de kinderen al gegeten?

¿Los niños ya han comido?

Ik heb gisteren vis gegeten.

- Ayer comí pescado.
- Comí pescado ayer.

Wie heeft alle koekjes gegeten?

¿Quién se comió todas las galletitas?

Ik heb nog niet gegeten.

Todavía no he comido.

Ik heb een tonijnsalade gegeten.

Me comí una ensalada de atún.

- Tom at.
- Tom heeft gegeten.

Tom comió.

Tom heeft gisteren niets gegeten.

- Tom no comió nada ayer.
- Tom no comió ayer.

Wat heb jij vanmiddag gegeten?

¿Y qué almorzaste hoy?

Heb je weleens Mexicaans gegeten?

¿Alguna vez has probado la comida mexicana?

Heb je een bananentaart gegeten?

¿Te comiste ya el pastel de plátano?

Je hebt al taart gegeten.

Ya te has comido el pastel.

- We hebben gegeten.
- We aten.

Comimos.

Mijn vader heeft niet gegeten.

Mi padre no comió.

Ik heb vandaag niet gegeten.

- Hoy no he comido.
- Hoy yo no he comido.

Wie heeft alle druiven gegeten?

¿Quién se comió todas las uvas?

Ik heb gekookte eieren gegeten.

He comido huevo cocido.

Tom heeft vanochtend groentesoep gegeten.

Tom tomó sopa de verduras esta mañana.

- Ik heb een hotdog gegeten als middagmaal.
- Ik heb een hotdog gegeten als lunch.

Comí un pancho como almuerzo.

Gisteravond heeft Tom geen avondeten gegeten.

Tom no cenó ayer.

Gisteren heb ik een appel gegeten.

Ayer comí una manzana.

Hoe heeft ze gegeten? - Heel vlug.

¿Cómo comió? - Muy rápido.

Ik heb alleen maar bananen gegeten.

- Sólo comí plátanos.
- Sólo comí bananos.

Ik heb de rode appels gegeten.

- Comí las manzanas rojas.
- Me comí las manzanas rojas.

Ik heb sinds dagen niet gegeten.

- No he comido durante días.
- No he comido por días.
- No he comido en varios días.
- Llevo días sin comer.

Ik heb rijst met curry gegeten gisteravond.

Anoche comí curry.

Nee, dank u. Ik heb al gegeten.

No, gracias. Ya comí.

Naast wat fruit heeft hij niks gegeten.

Aparte de algo de fruta, él no ha comido nada.

Ik heb een hotdog gegeten als lunch.

- Comí un pancho como almuerzo.
- Comí un completo como almuerzo.

- Tom heeft iets gegeten.
- Tom at iets.

Tom comió algo.

Ik heb 's middags een slaatje gegeten.

Comí una ensalada como cena.

We hebben enkele dagen geen vlees gegeten.

No comimos carne durante unos días.

- Wij aten samen.
- We hebben samen gegeten.

Comimos juntos.

Wat wordt er in Amerika vaak gegeten?

¿Cuáles son algunos alimentos comúnmente ingeridos en Estados Unidos?

We hebben rijst met curry gegeten gisteravond.

Anoche comimos arroz con curry.

Wat heb je vandaag voor lunch gegeten?

¿Qué almorzaste hoy?

- Tom at snel.
- Tom heeft snel gegeten.

Tom comió rápidamente.

- We aten eieren.
- We hebben eieren gegeten.

- Hemos comido huevos.
- Comimos huevos.

Ik heb voor de lunch restjes gegeten.

Comí los restos en el almuerzo.

- Ik heb zand gegeten.
- Ik at zand.

Comí arena.

Ik heb een hotdog gegeten als middagmaal.

Comí un pancho como almuerzo.

Eten we het plastic dat zij hebben gegeten.

también ingerimos el plástico que ellos consumieron.